今日の話は普通の旅行の話じゃない。この前に書いた広島の話は食べ物、宮島、とホステルだった。
広島は東京・関西からちょっと遠いけど、新幹線でもジャパンレールパスが使えたから、一日で箱根から広島に行けた。
彼氏は「絶対に広島に見に行く」って言った。原爆がなかったら、私は生まれなかったかもしれない。
なんで?
第二次世界大戦が起こったとき、おじいちゃんがインドネシアで住んだ(本当はインドネシアじゃなかった、オランダ領東インドだった)。
おじいちゃんの両親はオランダ人だったけど、おじいちゃんのおばあちゃんはインドネシア人だった(オランダの軍人と結婚した)。おじいちゃんのお父さんは警察の指揮官だった。日本人が1942年3月に、オランダ領東インドのボルネオ島、ジャワ島とスマトラ島を侵入と征服した。
オランダ人の軍隊と警察の指揮官(スマラン街の役人も)は奴隷と一緒にスマラン街からバンドン街へ逃げた。バンドン街はスマラン街から600km、西ジャワ島の山にある街。
おじいちゃんのお父さんは「インド」だったから、他の指揮官と一緒に逃げなかった。
「インド」が「半分のオランダ人、半分のインドネシア人」の意味だった。彼のお母さんはインドネシア人だったから、おじいちゃんのお父さんは「インド」に呼ばれた。
結局、日本人はおじいちゃんのお父さんを捕獲して泰緬鉄道に運ばれた。殆ど全部の捕虜はビルマか日本に運ばれた。
警察の指揮官だったから、鉄道で警備員になった。このために、他人と手伝えた。
とかくするうちに、おじいちゃんはおじいちゃんのおばあちゃん・お母さん・妹たちと一緒に監禁された。後3ヶ月、家族と分かれて、男の捕虜キャンプに監禁された。この捕虜キャンプで12才以上の男は監禁された。
後3週間、男の捕虜は皆と一緒に家畜トラックに600km遠いの以前の軍団キャンプに運ばれた。家畜トラックの中でまっすぐに立てただけ。
その後、また他の以前の軍団キャンプに運ばれた。この捕虜キャンプで、捕虜は奴隷のように働いた。例えば、お米・砂糖・荳・乾燥した肉の袋・箱を積み重ねる。1944年の終わりから第二次世界大戦が終わるまで、マジャラヤからチチャレンカまでの鉄道で働かないといけなかった。
日本軍団を連合国から守るために、この鉄道は早くプラアグン山に行けるために作った。その時にもう日本が戦争を負けるかもしれない感じがあった。
それでも、捕虜キャンプでの生活は恐ろしかった。日本軍隊の指揮官の命令は西洋の影響を根絶するってことだった。
いつも飢饉で食べ物が足りなくて、一日中沢山働かないといけなくて、沢山の人が死んだ。
でも、私のおじいちゃんは後まで生きた。
1945年8月6日と9日、世界で始めて使った原爆が広島と長崎で爆発した。
あの時、おじいちゃんは捕虜キャンプで聞いたことは「何かの研究所の爆弾が爆発した」。
1945年8月15日、日本がアメリカとイギリスに降伏した。
公式に、もう捕虜じゃなかったけど、まだ捕虜キャンプにいた。もう働かなかったから、もうちょっと楽になった。
8月25日に、おじいちゃんはバンドンの捕虜キャンプを出た。おじいちゃんのお父さんを知っていた警察の指揮官はおじいちゃんをスマラン街へ帰ることに手伝った。スマラン街で、おじいちゃんの妹たち、お母さんとおばあちゃんがいた。
8月17日、スカルノはインドネシアは共和国に変わるって決めた。スカルノは自分で大統領になると決めた。でも、暴動が起こるのは予知しなかった。暴動も支配出来なかった。
初めに、インドネシアの 自由のために戦う闘士(ぺロポル)と日本人で戦いだったけど、結局にオランダ人も戦いに含まれた。
10月14日、ぺロポルは自由のオランダ人の男と男の子を捕獲して、また監禁された。おじいちゃんは300人のオランダ人と100人の日本人と一緒に監禁された。初めの1日から、ぺロポルはひとつひとつで独房の人を竹の槍と大砲で殺した。
先は日本人を殺された。一人だけは逃げた:死んだ真似をして、夜に壁に登って逃げた。
5日目で、ぺロポルはおじいちゃんを殺したかったけど、その時に日本人が監禁を攻撃して、監禁された人を開放した。
戦争の後、おじいちゃんは家族と一緒にタイに行った。あそこでおじいちゃんのお父さんがいた。皆と一緒にオランダに行った。
それで:先、日本人はおじいちゃんを捕獲した。原爆がなかった、多分日本は降伏しなくて、おじいちゃんがキャンプで死ぬまで働いた。絶対にオランダに行けなかった。
でも、日本人はおじいちゃんをぺロポルから開放して助かった。
それで何ヶ月前に殺す人の命を助かった・・・
広島の博物館で歩くのは変だった。一つだけの原爆を見て、なんで日本が降伏しなかった?なんでまた一つの原爆が必要だった?
博物館で、泣いている人を見た。原爆のことを見ても、私は泣かなかった。泣けなかった。
博物館で、日本の損害のこといっぱいあった。でも、なんで原爆が使ったのはあまりなかった:日本はアジアの色んな国を侵入して、あそこで原爆よりも沢山の人を殺した。二つの原爆で129000人~246000人が死んだ。
オランダ領東インドの侵入だけで、400万人が死んだ。
これは博物館でも見えない、日本の学校の本でも見なかった。
私はまだ日本人が大嫌いのオランダ人が知っている。でも、現在の日本人はなんでのが分からないと思う。
日本は原爆の犠牲だけじゃなかった。こんなことも日本人に説明したいと思った。おじいちゃんは日本人を嫌わなかったけど、おじいちゃんの家族でまだ日本人が大嫌いの人がいる。私は高校の時に日本に行くのは怖いって言った:「なんで日本に行く?日本人は危ない、信用することができない!」。このために、オランダから留学がいいと思う。
この日本語のウェブログでもオランダの高齢者と出会う話がある。
1994年から1998年まで、おじいちゃんは高齢者党で第二院に働いた。高齢者の世話のことは一番興味にあった。
その後も政治と高齢者の世話ので忙しいだった。2002年、自分で政党を始まった(他の高齢者党)。
その時に、おじいちゃんは日本に旅行した。旅行の目的は日本で高齢者の世話について忠告することだった。
旅行の話をしたとき、日本の役人と出会って、日本人が怖いからおじいちゃんの顔に見たくないって言った。戦争で何が起こったって知っていたからって言った。
でも、現在の日本人の年よりも戦争で生きていた。軍人で働いた人も、おじいちゃんは日本の年よりも手伝いたかった。
暴力と敵意よりも話と容赦がいいと思った。そう思ったけど、戦争の時に日本がそう思わなかった。後は、そう思う。
2004年に朝日新聞社で出版された「日本縮小―ダウンサイジング社会への挑戦」と言う本で、おじいちゃんの日本の旅行がこの本にちょっとある(168ページにおじいちゃんの名前がある)。おじいちゃんは日本でオランダで高齢者党と高齢者の世話のことを説明した。この本で色んなことが読める。この下(オランダ語の下と英語の上)に、この本の写真がある。

電鉄で「原爆ドーム前」に行った。「原爆ドーム前」は有名な建物の隣にあった(写真1+2+3)。この建物は原爆の爆発の時から同じように保存された。
写真3は相生橋から撮った。この橋は本当の原爆の目標点だった。
その後、公園にある博物館に歩いた。公園で写真4+5+6+7を撮った。
入場料は50円だけだったけど、とても大きな博物館だった。読むこといっぱいあった。3~4時間ぐらい博物館で歩いて、テキストを読んで、写真とビデオを見た。この博物館に行ったら、3~5時間が必要と思う。
博物館に入って、展示で戦争と原爆(広島+長崎)の説明がある。広島市地域のスケールモデルもあった(原爆の前と後のモデルがあった)。
展示でも原爆、放射能、爆弾と放射能の結果、放射能の病気など全部説明した。
戦争から残ったものもあった。焦げたお弁当まで!
ガイガー=ミュラー計数管と放射能の物もあった(分厚いのガラスの後ろ)。放射能の物はガイガー計数管から近く・遠くに動いて、放射能の強さが変わる(写真8+9)。
We namen de tram naar het “Genbaku-dome”. De halte was naast het bekende gebouw wat ze zo gerestaureerd houden dat het er zoveel mogelijk uit blijft zien zoals net na de atoombomontploffing (foto 1, 2 en 3). Foto 3 is genomen vanaf de T-vormige Aioi-brug, wat het eigenlijke doelwit van de atoombom was.
Daarna liepen we door het park naar het museum. Daar heb ik foto’s 4, 5, 6 en 7 gemaakt.
De entree was maar 50 yen, maar het museum was best wel groot. Er was heel veel tekst om te lezen, dus we hebben er ongeveer 3 tot 4 uur rondgelopen. Je wil er sowieso 3 tot 5 uur voor uittrekken.
De route begon met wat er gebeurd was in de aanloop naar het gooien van de atoombommen (de eerste op Hiroshima, de tweede op Nagasaki). Er stonden ook schaalmodellen van het gebied, ervoor en erna. Ook werd uitgelegd wat een atoombom was en hoe het werkte, wat straling was, wat de ontploffing en de straling aanrichtten in de omgeving (gebouwen, mensen), ziektes die het gevolg waren van de atoombom, etc. Er lagen ook redelijk wat objecten uit de oorlogstijd en dingen die over waren van na de ontploffing. Zelfs een lunchbox met helemaal verkoold eten erin.
Ook hadden ze een opstelling gemaakt met een geigerteller en een radioactief stukje materiaal (achter dik glas), waar je aan kon draaien om te zien wat de afstand voor invloed had op de hoeveelheid straling (foto 8 en 9).
We took the tram to the “Genbaku dome”. The stop was next to the well-known building that’s kept restored just as it looked just after the atomic bomb explosion (photo 1, 2 and 3). Photo 3 has been taken while standing on the T-shaped Aioi-bridge, which was the actual target of the atomic bomb.
Then we walked through the park to the museum, where I took photos 4, 5, 6 and 7.
The entrance fee was only 50 yen, but the museum was quite large. There was a lot of text to read, so we walked around for about 3 to 4 hours. When you visit, make sure you have 3 to 5 hours of time.
When you enter the museum, the exhibit starts with explaining what happened before the bombs were thrown (the first one hit Hiroshima, the second one hit Nagasaki). There were also scale models of the area, before and after. They also explained what an atomic bomb exactly was and how it worked, what radiation was, what were the effects of the explosion and radiation in the area (buildings, humans), illnesses caused by the atomic bomb, etc. There were also quite a few objects from the wartime and things left after the explosion. Even a lunchbox with charred food.
They had also put a geiger counter and a piece of radioactive material behind thick glass, where you could move the object to see the influence of distance on the amount of radiation (photo 8 and 9).
Vandaag even een wat persoonlijker stukje, in plaats van een algemeen reisverslag (zoals eten in Hiroshima, het eiland Miyajima, en ons hostel in deze stad).
De reden dat we eigenlijk naar Hiroshima gingen, was omdat mijn vriend zei dat júist ik er een keer geweest moest zijn. Het is namelijk zo dat als Japan niet gebombardeerd was, ik waarschijnlijk niet eens geboren zou zijn.
Waarom?
Mijn opa woonde in Indonesië (eigenlijk dus Nederlands-Indië) toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Zijn ouders waren wel allebei Nederlands, maar zijn oma was Indisch (getrouwd met een Nederlandse militair). Opa’s vader werkte als commandant bij de politie toen de Japanners in maart 1942 op Borneo, Java en Sumatra landden en het land veroverden.
In paniek verlieten alle Nederlandse militaire en politiecommandanten met hun slaven (inclusief de bestuurders van de stad) Semarang en vluchtten naar Bandoeng, zo’n 600 km de bergen in op West Java. Omdat opa’s vader een “Indo” was (hij had een Indische moeder), lieten ze hem en zijn agenten achter om de stad tegen vandalen te beschermen.
Uiteindelijk werd hij gevangen genomen door de Japanners en moest hij als krijgsgevangene aan de Birma-spoorlijn werken: bijna alle militairen waren namelijk vervoerd naar Birma of Japan. Hij had echter de rang van kolonel, dus hij hoefde alleen toezicht te houden en kon mensen die het zware werk moesten doen, extra helpen.
Opa werd ondertussen samen met zijn oma, moeder en zusjes opgesloten en drie maanden later werd hij van zijn moeder, oma en zusjes gescheiden en naar het mannenkamp gebracht, waar alle jongens boven de twaalf jaar naartoe moesten. Drie weken daarna werden ze door de Japanners met veewagons, waar ze alleen maar in konden staan, naar een voormalig soldatenkamp 600 kilometer verderop gebracht en daar opgesloten.
Daarna werden ze verplaatst naar een voormalig legerkampement, waar alle burgergevangenen als slaven moesten werken. Dingen zoals het opstapelen van zakken rijst, suiker, bonen en kisten met gedroogd vlees. Van eind 1944 tot het einde van de Tweede Wereldoorlog moesten ze aan de bouw van de spoorlijn van Madjalaja tot Tjitjalenka/Tjitjalengka werken. Die spoorlijn was waarschijnlijk bedoeld om Japanse soldaten zo vlug mogelijk in de bergen van de Preanger te krijgen, om ze te beschermen tegen luchtaanvallen van de geallieerden. Toen was al min of meer bekend dat de Japanners aan het verliezen waren.
Het leven in de kampen, zoals hierboven staat, was afschuwelijk, omdat de Japanse officieren de opdracht hadden gekregen om alle Westerse invloeden uit te roeien. Er was continue hongersnood, er moest vele uren per dag keihard gewerkt worden en er zijn zeer veel mensen aan bezweken.
Mijn opa mag van geluk spreken dat hij het heeft overleefd.
Op 6 en 9 augustus 1945 werden de eerste atoombommen op respectievelijk Hiroshima en Nagasaki gegooid, en mijn opa hoorde destijds in het kamp dat er één of andere ramp gebeurd was waarbij men het had over een laboratoriumbom.
Op 15 Augustus 1945 ondertekenden Amerika/Engeland en Japan het overgavedocument van Japan en waren de gevangenen op papier vrij. Er werd niet meer gewerkt, waardoor de omstandigheden in het kamp iets verbeterden.
Op 25 augustus liep opa het kamp in Bandoeng uit. Met hulp van de politie, die zich zijn vader nog heel goed herinnerden, ging hij naar Semarang om weer bij zijn zusjes, moeder en grootmoeder te zijn.
Soekarno had op 17 augustus de republiek Indonesië uitgeroepen en zichzelf tot president benoemd. Maar dat er onlusten uitbraken had hij niet voorzien en hij had ze ook niet in de hand.
De gevechten gingen in de eerste plaats tussen de Indonesische vrijheidsstrijders (de Pelopors) en de Japanners, maar op een gegeven ogenblik werden ook de Nederlanders daarbij betrokken.
Op 14 oktober werden ook alle loslopende Nederlandse mannen en jongens (ook Indo’s, als ze die tegenkwamen) door de Pelopors opgepakt en weer in gevangenissen gestopt. Opa kwam in een gevangenis terecht met ongeveer 300 andere Nederlanders en ongeveer 100 Japanners. Vanaf de eerste dag begonnen de Indonesische vrijheidsstrijders de gevangenen cel voor cel uit te moorden, met bamboesperen en vuurwapens.
Ze begonnen met de Japanners, waarvan er slechts één wist te ontsnappen – doordat hij zich dood hield en ‘s nachts over de muur vluchtte. De vijfde dag waren de personen in de cel, waar opa ook in zat, aan de beurt om vermoord te worden toen de gevangenis werd bestormd door Japanse soldaten, die hen bevrijdden.
Na de oorlog ging hij via Thailand (waar zijn vader zich bevond) naar Nederland met zijn familie.
Dus: opa was eerst gevangen genomen door de Japanners. Als de atoombommen niet waren gegooid, hadden de Japanners zich niet overgegeven en had hij zich waarschijnlijk doodgewerkt in het kamp, en was hij zeker niet naar Nederland gekomen. Aan de andere kant hebben Japanse soldaten hem wel bevrijd en gered van de Indonesische vrijheidsstrijders, dus toen hadden ze wel weer zijn leven gered. Ze hebben dus het leven gered van iemand die ze een paar maanden geleden nog probeerden uit te roeien.
Voor mij was het dus heel apart om in dit museum rond te lopen. Als je alle gevolgen van die ene atoombom echter ziet, denk je: waarom had Japan zich na de eerste bom niet overgegeven? Waarom moest er nog een tweede worden gegooid?
Ik zag allemaal mensen die regelmatig stonden te huilen. Ook al zag ik de gevolgen van de atoombom duidelijk uitgestald in het museum, het had niet hetzelfde effect op mij; ik huilde niet. Ik kon niet huilen.
De focus in het museum lag voornamelijk op de verliezen en de schade die Japan had geleden vanwege de atoombom. Wat ik miste, was de kant van de oorlog waardoor de bom überhaupt gegooid was: Japan die meerdere landen in Azië binnenviel en daar meer mensen heeft vermoord dan er stierven aan de atoombom. Als gevolg van de twee atoombommen zijn ongeveer 129000–246000 mensen om het leven gekomen (bron), maar de Japanners hebben alleen al in Nederlands-Indië gezorgd voor 4 miljoen doden (bron).
Dit is iets wat niet duidelijk genoeg werd genoemd in zowel het museum als in de geschiedenisboeken op scholen. Ik ken nog steeds mensen die een hekel hebben aan Japanners om wat ze in de Tweede Wereldoorlog hebben gedaan, terwijl veel Japanners dus niet zullen begrijpen waarom. Japan was namelijk niet enkel slachtoffer in de Tweede Wereldoorlog. Dat is iets wat naar mijn mening veel duidelijker gemaakt mag worden bij het Japanse publiek.
Van 1994 tot 1998 zat opa in de Tweede Kamer, met o.a. een focus op ouderenbeleid. Daarna bleef hij actief in de politiek en ouderenzorg. In 2002 richtte hij ook nog een kleine partij op die zich daarop richtte. In die periode is hij ook naar Japan geweest om hen advies te geven over het ouderenbeleid. Hij vertelde er een mooi verhaal over: Toen hij daar binnenkwam en overheidsfunctionarissen tegenkwam, durfden ze hem eigenlijk niet aan te kijken omdat ze heel goed wisten wat hij in de Tweede Wereldoorlog meegemaakt had. Desondanks kwam hij toch daarheen om te helpen met het ouderenbeleid voor de groep die hem die dingen destijds had aangedaan. Hij zag in dat je met haat, geweld en vijandigheid veel minder kan bereiken dan met praten en vergevingsgezindheid. Helaas werkt dit alleen maar als de andere partij bereid is om te luisteren. In de Tweede Wereldoorlog was Japan dat duidelijk niet, maar daarna was Japan dat wel.
In het boek “日本縮小―ダウンサイジング社会への挑戦” (oftewel “Japan krimpt – de uitdaging van een kleiner wordende samenleving”, ISBN 4022579099), in 2004 uitgegeven door Asahi Shinbun (朝日新聞社, een grote landelijke krant), wordt kort ingegaan op opa’s bezoek en de dingen die in Nederland gedaan worden voor ouderen. Opa staat er ook in genoemd (pagina 168).

「日本縮小―ダウンサイジング社会への挑戦」
朝日新聞社
ISBN 4022579099
De voorkant en bladzijde 168 van het boek “Japan krimpt”.
The front cover and page 168 of the book “Japan shrinks”.
Today’s post is a bit more personal, instead of a normal travel report (like eating in Hiroshima, the island Miyajima, and our hostel in this city).
The reason that we decided to include Hiroshima in our summer holiday trip, was because my boyfriend said that especially I should have visited Hiroshima once. The reason was that if the bombs hadn’t been thrown on Japan, I probably wouldn’t have been born.
Why?
My grandfather lived in Indonesia (actually the Dutch East Indies) when the Second World War started. His parents were both Dutch, but his grandmother was Indonesian (married to a Dutch military man). My grandfather’s father was a police commander when the Japanese invaded and conquered the islands Borneo, Java and Sumatra in March 1942.
The Dutch military and police commanders (including the city government officials) in Semarang panicked and fled with their slaves to Bandung, about 600 km into the mountains of West Java. Because my grandfather’s father was an “Indo” (he had an Indonesian mother), they left him and his police officers behind to protect the city against vandals.
Eventually his father was captured by the Japanese and he had to work as a prisoner of war on the Burma Railway: almost all military prisoners were transported to Burma or Japan. Though because he had the rank of colonel, he only had to keep watch at the railway and could give extra help to the people who had to do the hard work.
In the meantime, my grandfather was locked up together with his grandmother, mother and sisters. After three months he was separated from them and transported to the male camp, where all boys and men above 12 years of age were imprisoned. After three weeks the Japanese transported all of the male prisoners by cattle-trucks, in which they could only stand upright, to a former army camp 600 kilometers away.
Afterwards they were moved to another former army camp, where all civilian prisoners had to work as slaves. For example, stacking bags of rice, sugar, beans and boxes containing dried meat. From the end of 1944 to the end of the Second World War, they had to work on the railway from Madjalaja to Tjitjalenka/Tjitjalengka. This railway was probably meant to transport the Japanese soldiers as quickly as possible into the Preanger mountains, to protect them against air attacks from the Allies. By that time it was already more or less known that the Japanese were on the losing side.
Life in the camps, as described above, was horrible, because the Japanese officers had received the order to eradicate all Western influences. There was continuous famine, they had to work many hours a day and a lot of people have died.
My grandfather luckily survived.
On August 6 and 9 in 1945 the first atomic bombs were thrown on respectively Hiroshima and Nagasaki, and my grandfather heard at that time in the camp that some kind of disaster had happened with a laboratory bomb.
On August 15 in 1945, Japan surrendered to the USA and England, and the prisoners were free on paper. They didn’t have to work anymore, which slightly improved the circumstances in the camp.
On August 25, my grandfather walked out of the camp in Bandung. With help from police officers, who remembered my grandfather’s father very well, he returned to Semarang where his sisters, mother and grandmother were.
On August 17, Sukarno declared declared that Indonesia was now a republic and he was the president. But he hadn’t foreseen that there would be riots, and he couldn’t control those riots either.
At first, the fights were between the Indonesian “freedom fighters” (the Pelopors) and the Japanese, but at one point the Dutch people were included as well.
On October 14, all free Dutch men and boys were caught by the Pelopors (including Indo’s, when the Pelopors saw them) and put into prisons again. My grandfather landed in a prison together with about 300 other Dutch men and about 100 Japanese men. From day 1 on, the Indonesian freedom fighters started to kill the prisoners cell by cell, with bamboo spears and guns.
They started with the Japanese men, of whom only one escaped – he pretended to be dead and fled over the wall at night. On the fifth day, the Pelopors were going to kill the people in the cell in which my grandfather was included, but then the prison was attacked by Japanese soldiers, who freed them.
After the war he went to Thailand (were his father was) and then to the Netherlands with his family.
So: first my grandfather was captured by the Japanese. If the atomic bombs hadn’t been thrown, the Japanese wouldn’t have surrendered and he’d probably have worked himself to death in the camp, and he surely hadn’t come to the Netherlands. On the other side, the Japanese soldiers did free him and saved him from the Indonesian freedom fighters, so then they did save his life. So, they saved the life of someone whom they tried to kill a few months ago.
For me it was very odd to walk around in this museum. When you see all the consequences of only one atomic bomb, you think: why didn’t Japan surrender after the first bomb? Why did a second bomb have to be dropped?
I saw a lot of people who were crying. Even though I saw all those consequences in the museum, it didn’t have the same effect on me; I didn’t cry. I could not cry.
The focus of the museum was mostly on the losses and damage in Japan caused by the atomic bomb. What I missed, was the side of the war which was why the decision had been made to actually throw such a bomb: Japan which invaded several countries in Asia and killed more people there than died from the atomic bombs. As a consequence of both boms, about 129000–246000 people have died (source), but the Japanese caused the death of already about 4 million inhabitants of the Dutch East Indies (source).
This is something that wasn’t mentioned very clearly in both the museum as in the history books in schools. I still know people who hate the Japanese because of what they did in the Second World War, but many Japanese people will probably not understand why. Japan wasn’t just a victim in the Second World War. That’s something that could be made a bit more clear to the Japanese public.
From 1994 to 1998 my grandfather was a member of the House of Representatives, focusing (among other things) on care for the elderly. After that he stayed active in politics and care for the elderly. In 2002 he also started his own political party which focused on those issues. In that period, he also went to Japan to give them advice about care for the elderly. He told an interesting story about that: When he met government officials in Japan, at first they didn’t dare look at him because they did know what had happened to him in the Second World War. Still he wanted to help with care for the people who were now elderly and had also experienced the war (including people who had been soldiers back then). He had realized that you could get less things done with violence and hostility than with talking and forgiveness. Unfortunately this only works if the other side is willing to listen. During the Second World War, Japan wasn’t, but later on, Japan was.
In the book “日本縮小―ダウンサイジング社会への挑戦” (or “Japan shrinks – the challenge of a downsizing society”, ISBN 4022579099), published by Asahi Shinbun (朝日新聞社, a large national newspaper) in 2004, my grandfather’s visit is described, as well as the things that are done in the Netherlands for the elderly. My grandfather is also mentioned by name on page 168.
[…] 桜の布は日本から持って帰った。猫の茶碗はオランダのアニメコンで買った。ティーバッグは妹から貰った(ここで買える)。「茶」のガラスはおじいちゃんがオランダで買った。~*~*~ De doek met sakura-bloemen heb ik meegenomen uit Japan.Het kattenkommetje heb ik gekocht bij een kraampje op Animecon in Den Haag.De theefilters komen van Simon Lévelt.Het kopje met “茶” (thee) erop, heeft opa in Nederland gekocht.~*~*~ I got the sakura fabric in Japan.I bought the cat bowl at Animecon in The Hague (The Netherlands).The tea filters came from the Simon Lévelt store.The glass with “茶” (tea) on it, was bought by my grandfather in The Netherlands. […]
ピンバック by 浅草の「増田園総本店」で買った桜茶/Sakura-thee uit Asakusa / Sakura tea from Asakusa | 可愛い国 / Schattig Landje / Cute Country — 2021年6月19日 @ 22:24